
Aah september! Een nagelnieuw en fris schooljaar! Een verse klas, een nieuwe juf, het oppakken van onze oude vertrouwde structuur en het weerzien met allerlei vrijetijdsactiviteiten en vriendjes. Fijn en zo welkom! Maar eerlijk is eerlijk, we voelen hier toch ook al wat heimwee naar die heerlijk zorgeloze zomer, naar weken met een zee aan tijd en een minimum aan verplichtingen, naar twee maanden waarin alles leek te kunnen en het onderscheid tussen week en weekend al gauw helemaal vervaagd was.
September is een nieuw begin, maar betekent ook altijd even schakelen en wennen. Dat maakt dat emmers hier sneller vollopen en potjes frequenter overkoken. En dat is soms lastig of vermoeiend, maar zeker ook heel normaal en wellicht zelfs nodig. Een mooi boek om op een fijne manier handen en voeten te geven aan boos zijn en allerlei andere gevoelens die daarbij horen is deze over de krijtjes van Drew Daywalt en Oliver Jeffers.



Het verhaal gaat over Teun die van zijn juf een tekening mag maken, maar bij het zoeken naar zijn potloden enkel een stapel brieven tegenkomt. De brieven zijn geschreven door zijn kleurpotloden. Die doen immers niet langer mee en staken: rood is overwerkt, beige wil langer niet lichtbruin of geelbruin worden genoemd, wit voelt zich genegeerd en geel en oranje kibbelen over wie nu de kleur van de zon is. Elk potlood verwoordt in een eigen brief uitgebreid zijn of haar persoonlijke probleem en vraagt Teun om een oplossing…
Maar bestaat die wel?


Dit originele prentenboek beschrijft op een fijne en vaak erg grappige manier waarom de krijtjes boos zijn. Het is een reis langs verschillende nuances van boosheid en de onverwachte personages doen je meermaals glimlachen. De kleurrijke en expressieve tekeningen zijn voor jonge kinderen in de eerste plaats heel erg herkenbaar en passen ook erg goed bij het verhaal.