“Aan de voet van de jonge berg strekt een diplodocus zijn lange nek uit naar de verse blaadjes, hoog in de bomen. Pterosauriërs scheren tussen de wolken door, terwijl lichtgevende kwallen in de baai hun sierlijke dans opvoeren. In de groene vallei en aan de oever van de rivier wordt gerend, gevlogen, gejaagd en geluierd.”

Zo begint het, miljoenen jaren geleden…
In de volgende twaalf dubbele bladzijden blijven de contouren van de vallei dezelfde, maar zie je het leven tussen de bergen evolueren: er komen mensen en ontstaan steden, er worden fietsen en stoomtreinen uitgevonden, er is een bioscoop, een jazzconcert, een vliegtuig, …
Dit in alle opzichten groots prentenboek neemt je mee op een fascinerende reis door de tijd, maar doet ook meer… Wie beter kijkt, merkt ongetwijfeld de subtiele kritiek op onze huidige manier van leven. Zo hoor je ook in dit boek in alle straten de auto’s ronken en demonstreert even verderop een kudde dieren voor zijn recht op vers gras. ‘De vallei’ vraagt zo in kleine maar niet mis te verstane details onze aandacht: kan het zo wel verder? En wat als we niet bereid zijn onze huidige manier van leven aan te passen?


Wat de doelgroep betreft vind ik dit boek moeilijk te definiëren. De grote, kleurrijke en erg gedetailleerde illustraties fascineren al op jonge leeftijd, maar ook lang daarna weet dit boek zijn aantrekkingskracht te behouden. Zo houdt Mona (5 jaar) ervan om op zoek te gaan naar de verschillen tussen de opeenvolgende taferelen, maar weet ‘De Vallei’ ook Zeger nog mee te slepen door de combinatie van tekst en beeld en gaat hij maar al te graag in op de subtiele uitnodiging voor een rondje filosoferen.
‘De vallei’ is een schitterend prentenboek dat letterlijk meegroeit en evolueert en omwille van het grote formaat en de betoverende illustraties me ook een erg mooi boek lijkt om cadeau te geven.
