Een pandemie en een heel leven geleden – of zo lijk het soms toch – , kwamen Panda en Eekhoorn in onze boekenkast wonen. Net voor het ingaan van de eerste coronaquarantaine kocht ik de verhalenbundel over de twee in één van mijn favoriete boekenwinkels in Antwerpen. Een hele reeks avonden na elkaar viste Mona ‘Panda en Eekhoorn’ uit de kast en telkens opnieuw lieten we ons meevoeren door dezelfde hartverwarmende avonturen. Tot ik het boek even liet verdwijnen – dat doe ik wel vaker als mijn kinderen gekend, vertrouwd en meer van hetzelfde lijken te verkiezen en ik stiekem uitkijk naar iets nieuws. Toen begin dit jaar er een nieuwe bundel verhalen verscheen over het tweetal was ik dan ook meteen heel enthousiast. Ik legde de kostbare schat bewust nog even opzij en toverde het enkele weken geleden uit mijn tas toen de files rond Parijs lang en onvoorspelbaar bleken en het geduld van het tweetal op onze achterbank even heel ver weg was. Het prachtige boek deed de schijnbare eindeloze reeks auto’s niet verdwijnen, maar zorgde er wel voor dat de rit richting het Zuiden alvast mentaal werd ingekort.
‘Een vriend, wat is dat?’ bevat zes nieuwe verhalen over de licht onwaarschijnlijke, maar onverwoestbare vriendschap tussen panda en eekhoorn. De twee leven samen in het bos, maar naast bamboe knabbelen en nootjes verzamelen denken ze ook na over wat vriendschap nu echt is, filosoferen ze over wat een geheim tot een geheim maakt en ontdekken ze waarom bang zijn eigenlijk helemaal niet zo erg is. De toon van de verhalen is vaak filosofisch, maar ook soms luchtig en licht spottend en vooral altijd warm en hoopvol. Ik koester een enorme bewondering voor de schijnbaar moeiteloze manier waarop Ed Franck vaak complexe thema’s weet te vatten in verhalen die echt op kleutermaat zijn. En dat laatste doet de bundel misschien zelfs wat oneer aan, want de verhalen in dit mooie boek omvatten levenswijsheden waar je op elke leeftijd wat aan hebt.