Pieter Corneliszoon Hooft wist het in het begin van de zeventiende eeuw al: de tijd is een paradoxaal ding, dan gaat die tergend traag en dan weer razendsnel. De tijd is niet te vatten, te vertragen of vast te grijpen, enkel te ondergaan. En als een schooljaar op zijn laatste benen loopt, het einde van de maand juni wenkt en de vakantie lonkt, durf ik al eens te vervallen in clichés: wat gingen die afgelopen tien maanden weer traag en snel tegelijk.
Vandaag een ode aan een traag boek. Een prachtig prentenboek dat het concept tijd probeert te vatten en je vol verwondering doet kijken naar de kleine alledaagse dingen die je omringen. Deze ‘In vier stappen’ vertelt geen klassiek voorleesverhaal, maar toont in telkens vier beelden een evolutie, een ontwikkeling of een gebeurtenis: sommige dingen duren enkele maanden of enkele dagen, andere slechts een fractie van een seconde. Sommige veranderingen zijn onooglijk klein en tijdelijk, andere hebben meer invloed en zijn voorgoed anders. Het gaat van een ei waaruit een kuikentje komt, over een kat die langsloopt tot een bloesem die tot een heerlijk uitziende appel uitgroeit. Aan de linkerkant beschrijft Bernadette Gervais telkens op een erg eenvoudige manier wat er op de rechterkant in vier vakjes waar te nemen is. Vaak is die begeleidende tekst louter beschrijvend, maar hier en daar doet die ook een glimlach verschijnen of is die zelfs ronduit grappig.
Een heerlijk boek dat je kleuter doet kennismaken met de notie tijd. Al is het vanzelfsprekend ook helemaal prima om helemaal niks op te pikken en gewoon te genieten van dit visueel erg geslaagde boek.