Ik schreef het al eerder: autorijden is niet mijn favoriete activiteit, niet als passagier en zal zeker niet in de functie van piloot. Naast een heleboel andere (uiteraard positieve) eigenschappen, blijken mijn kinderen dat trekje te hebben geërfd… Dus vermits Zeger en Mona niet van in de auto zitten en mijn man en ik niet van zeuren houden, lees ik in een poging iedereen content en mentaal gezond te houden op die momenten veel voor – daar houden ze gelukkig wel allebei van. Vaak mogen ze afwisselend kiezen, maar nog fijner wordt het wanneer we een boek vinden dat hen allebei (of nog beter: ons allevier!) pleziert.
‘Er was misschien eens’ behoort helemaal tot die categorie. Een rit naar zee twee weken geleden vloog voorbij door dit boek met daarin twintig sterke verhalen die misschien waar zijn of misschien ook niet. Zo is er de onoverwinnelijke prinses uit Mongolië met de tienduizend paarden, de Zwitserse kaasfondue die al dertien jaar pruttelt en de taal die niet gesproken, maar gefloten wordt – of misschien ook niet? De pret van dit boek bestaat trouwens niet uit het louter raden of het verhaal waar of niet waar is: alle verhalen – ook de niet waargebeurde – worden immers aangevuld met een hele reeks interessante, ongelooflijke en grappige feitjes en weetjes. Het is tot slot ook nog een heel fijn geïllustreerd boek, een topidee dus voor alle weetgrage kinderen, vanaf een jaar of zeven, maar vast ook lang daarna nog een succes!