Nu de lente alweer aarzelt om de verwachtingen in te lossen voel ik sterk de neiging om me te wentelen in zelfbeklag. “We zijn een heel jaar verder en er lijkt helemaal niets te zijn veranderd…” En dan, door de kieren van mijn geklaag, valt me weer het gemak op waarmee Zeger en Mona de situatie lijken te verteren. Sinds ze twee weken geleden voorlopig voor het laatst de schooldeur achter zich dichttrokken, vleien onze anders zo intense en aanwezige kinderen zich opnieuw in de rust en lijken ze weer zonder meer tevreden en content met wat is. Natuurlijk voel ik ook dat ze missen en dat een jaar zonder feestjes, schooluitjes en mensen die diep in hun hart zitten lang is, te lang is. Maar toch… Net als vorig jaar rond deze tijd blinken die twee in de eerste plaats uit in het plukken van de dag, in het leven in het nu. En na een jaar van curves, golven en op- en neergaande cijfers kijk ik met vooral bewondering naar hun veerkracht en probeer ik rustig met hen mee te deinen op het ritme van elke nieuwe dag. Wat komt, dat komt… We zien wel.
Precies daarover gaat ook dit boek. Onderweg naar een concert van ‘De Kwakers’ wordt de papa van Kees stilaan gek van het wandeltempo van zijn zoon: overal ziet hij iets moois en ontdekt hij dingen die de moeite zijn om bij stil te staan. Zo komen ze natuurlijk hopeloos te laat. Maar naarmate de muziek van zijn favoriete band steeds dichterbij klinkt, leert papa kikker minder te focussen op de bestemming en alvast te genieten van het onderweg zijn.
Een zonder meer herkenbaar verhaal voor al wie ooit met een kleuter probeerde ergens op tijd te komen. Maar voor wie aandachtig leest vertelt dit verhaal zoveel meer. De illustraties zijn daarnaast heerlijk gedetailleerd en zitten vol kleine grapjes en verwijzingen naar het bekroonde ‘Coco kan het’. Fijn om elke keer weer iets nieuws te ontdekken!
Een prachtig prentenboek voor kleuters en een warme reminder voor wie voorleest.