Atta is elf, erg gespierd en ze heeft een tamme wolf, Stol, als beste vriend. Atta houdt niet van sprokkelen, bessen zoeken of kruiden plukken. Liever wil ze samen met de jongens op jacht, maar dat kan niet volgens haar moeder… omdat Atta een meisje is. Op een dag besluit ze de verwachtingen van de andere stamleden aan haar fijne laarsjes te lappen en sluipt ze stiekem achter een groep jagers aan. Maar dan komt het meisje oog in oog te staan met een mammoet en raakt ze de groep kwijt… Wat nu? Raakt Atta ooit nog thuis?
Met ‘Atta’ schreef Jolien Janzing een spannend historisch verhaal. Door Janzings sfeervolle beschrijvingen en de prachtige illustraties van Linde Faas reis je moeiteloos duizenden jaren terug in de tijd. Je slaapt in een grot, viert feest met Neanders en sluit vriendschap met een wolf en een sabeltandtijger. Niets in dit boek is zomaar en dat voel je: het verhaal zit vol betekenisvolle details en met veel zorg werden de namen van de personages en de ronkende geografische aanduidingen gekozen.
En hoewel het avontuur van Atta je zo terug katapulteert naar de prehistorie, vertelt dit boek in zekere zin ook een tijdloos verhaal. Het toont hoe je vriendschappen sluit over verschillen heen, dat andere gewoonten anders maar nooit minder zijn en dat je dromen – ook als ze niet corresponderen met de verwachtingen van de mensen rondom jou – altijd de juiste richtingaanwijzers zijn.