Bores woont met zijn hond Vrijdag en zijn Mama en Papa – die verdienen een hoofdletter – op Ark, een eiland in het Zondermeer. Als zijn ouders op een dag besluiten dat er genoeg plaats is in hun huis, hoofd en hart voor een extra eilandbewoner begint bij Bores een bultje te groeien, een bultje van zorgen op zijn rug. Al gauw komt zijn zusje Maan, met haar felgele jas en regenhoed, haar aparte taal en een heel eigen wil. Maan eet alle pannenkoeken op, speelt met Bores’ speelgoed en palmt zijn ouders helemaal in. Bores wenst maar één ding: dat zijn zusje even snel verdwijnt als ze gekomen is.
Maar als die wens uitkomt, is de jongen pas echt ten einde raad, want samen met zijn nieuwe zusje is ook zijn trouwe hond, Vrijdag verdwenen. Gevoelige Bores aarzelt niet en trekt, ondanks zijn angst voor de Landrotten, naar het Vasteland, waar hij nog niet eerder kwam en gevaar nooit ver weg is…
Bores’ reis is een zoektocht naar zijn hond, maar brengt hem veel meer dan dat. Hij dwaalt langs schroothopen, vlotteneilanden en boomhutten, ontmoet wonderlijk warme mensen en beleeft de spannendste avonturen, het wordt een tocht om nooit meer te vergeten. Het wordt letterlijk anders.
“Hij is er klaar voor. Broer zijn. Het lijkt ontzettend gigantisch, maar niet langer angstaanjagend. Meer als schoenen die te ruim zitten en waar hij langzaam in kan groeien.”
Met ‘Voor de nieuwe maan’ schreef debutante Tine Lefebvre een ontroerend en magisch mooi verhaal. Het werd een modern sprookje dat ik iedere lezer toewens: een boek dat toont dat je ook kan doen waar je bang voor bent, dat je je zorgen best laat vliegen – ze worden vanzelf kleiner dan – maar ook dat mensen die je graag zien voor je naar de maan gaan… en ook weer terug komen.
“Wie heeft je ooit wijsgemaakt
dat thuis een plek is?”
Ik hou van haar rake zinnen en haar zintuiglijke manier van schrijven: ondanks dat de wereld waarin Bores rondzwerft in niets op de onze lijkt waan je je dankzij de beelden die ze creëert en de geuren die ze weet te grijpen zo op Ark of het Vasteland. De illustraties van Jacques en Lise passen allermooist: ze bezitten – net als altijd – een poëtische kracht en voegen letterlijk iets toe aan het verhaal. Zo vormen de kleine tekeningetjes aan het begin van elk hoofdstuk een warme uitnodiging om verder te lezen en fungeren de bladvullende illustraties als een betekenisvol rustpunt in het soms spannende verhaal.