Vroeger had Beer het goed in zijn fijne huis. Zijn vrienden kwamen gezellig langs en het rook er naar aardbeientaart. Nu is alles anders en voelt Beert dat hij in zijn vertrouwde dal niet meer vindt wat hij zoekt. Hij verzamelt zijn grootste schatten en gaat op pad, geleid door het fluisteren van de wind. Op zijn tocht naar geluk is Beer soms erg alleen en ook wel eens bang, maar hij vertrouwt steeds weer op de bomen, de zonnestralen of de bladeren die hem zonder woorden vertellen dat het tijd is voor iets nieuws.
Dit warme en hoopvolle verhaal is een ode aan vertrouwen: op jezelf, op wie en wat je omringt en zeker ook op je buikgevoel. De tekst in dit prentenboek is beperkt en geeft zo – helemaal terecht – alle ruimte aan de fijne en zachte beelden om het verhaal te vertellen. Met haar prachtige illustraties creëert Marianne Dubuc schijnbaar moeiteloos een dromerig bos waarin het bijna fijn verdwalen is. Ook de veelheid aan gevoelens die beer ervaart zijn haast tastbaar aanwezig.
‘Beer en het fluisteren van de wind’ gaat over uit je comfortzone treden, nieuwe dingen proberen en je grenzen verleggen. Beslist geen makkelijke thema’s voor kinderen, maar door de lieve toon van het verhaal en de zacht gekleurde illustraties voelt dit boek nergens te moeilijk of te complex aan. De krachtige keuze van Beer en zijn vastberaden tocht werken daarentegen vooral inspirerend en bemoedigend. Dit licht filosofische boek is dan ook een fijne en waardevolle reis voor kinderen en een warme reminder voor wie voorleest.