“Op een dag, het was nog vroeg kwam een muis een wolf tegen…
… en die vrat hem vrolijk op.”
Op deze verrassende en licht gruwelijke manier begint het verhaal over “De wolf, de eend en de muis”. Nauwelijks van de schrik bekomen gaat de muis op onderzoek in de buik van de wolf en daar blijkt ze helemaal niet alleen te zijn. Sterker nog, er woont al een eend, die eerder als avondmaal voor de hongerige wolf had gediend en meteen had besloten niet bij de pakken te blijven zitten. De eend installeerde een bed in de wolvenmaag, hing een schilderijtje aan de muur, beschikt intussen over een volledig uitgeruste keuken en nodigt de verbaasde muis gastvrij uit aan haar rijkelijk gedekte tafel. De muis besluit dan ook al gauw om haar aanvankelijke boosheid te laten varen en er samen met de eend het beste van te maken.
‘De wolf, de eend en de muis’ is een geniaal prentenboek dat op een heerlijke manier speelt met het verwachtingspatroon van haar publiek. Het ongewone begin zet meteen de toon en blijkt de start voor een absurd, maar ook verrassend positief verhaal. Zowel de wolf, de eend als de muis zijn interessante en goed uitgewerkte personages die je zonder al te veel moeite een aantal frisse levenslessen meegeven:
“Daarbuiten was ik elke dag bang dat ik door een wolf zou worden opgeslokt. Hierbinnen heb ik die zorg niet.”
“Ik mag dan misschien opgeslokt zijn, dat wil nog niet zeggen dat ik me laat opeten.”
De illustraties zijn van de veelvuldig gelauwerde Jon Klassen, die je wellicht kent van klassiekers als ‘Ik wil mijn hoed terug’ en ‘Deze hoed is niet van mij’. Dit geniale prentenboek is prima te begrijpen vanaf een jaar of vier, maar door de thematiek en de frisse uitwerking is het ook voor oudere kinderen beslist een aanrader.