Diep verscholen in het bos van Moswoud woont Heksje Hazel. Ze heeft twee bruine vlechten, blozende wangen en een rode pinnenmuts, die ze dag en nacht draagt. Maar vergis je niet: onder haar schattige uiterlijk gaat een vastbesloten vrouwtje schuil. De lieve en warme Hazel is eigengereid, een tikje koppig en heeft lak aan traditionele schoonheidsidealen: zo vindt ze benen scheren overroepen en toont ze trots haar rondingen.
In dit dikke prentenboek volgen we heerlijke Hazel een jaar lang, op het ritme van de vier seizoenen. Ze verzorgt als verpleegster liefdevol de andere bosbewoners, heet nieuwkomers welkom met een dampend bord soep en ondervindt – na flink wat aanmoediging – dat er niks mis is met wat luieren op een zonnige dag – klusjes lopen immers niet zomaar weg.
Hoewel uit de verhalen en illustraties een nostalgische sfeer spreekt, voelt dit boek toch erg nieuw. Deze moderne sprookjes lopen vaak verrassend en wie goed kijkt, vindt tal van grappige details in de sfeervolle bosbeelden. Hazel is daarnaast een inspirerend vrouwelijk personage dat kinderen doet dromen, los van stereotypes of maatschappelijke verwachtingen en ook de andere bosbewoners blijken heel erg divers: qua persoonlijkheid, maar ook op uiterlijk vlak.
Hazels avonturen zijn gezellig en warm en tonen een enthousiaste liefde voor de natuur, dieren en het wisselen van de seizoenen. Ideaal voorleesmateriaal om die eerste koude en natte herfstdagen door te komen, fijn voor kinderen vanaf een jaar of 5 tot nog heel lang daarna.