Bij valavond gaan zeven vriendjes aan het tekenen op een groot vel papier. Tot plots een suikerspinroze gloed hun aandacht trekt. Nieuwsgierig gaan ze op ontdekking: ze graven en spitten, verzetten letterlijk bergen en komen via een magische tunnel terecht in het land van hun tekening, het land van Ooit…


In dat magische land kom je ogen en tijd tekort: er leven maki’s, zwanen, kreeften en flamingo’s, je kan er ijsjes en taart eten, maar ook chocoladebloemen, schattige lampionnetjes verbinden er roodgestippelde paddenstoelen en een stroom kleine helikoptertjes stuurt liefdesbrieven de lucht in…
Femke Vanbelle vertelt het verhaal van de zeven vriendjes in ritmisch rijmende woorden. Dat is niet alleen erg fijn voor wie voorleest, maar draagt ook bij tot de sprookjesachtige sfeer die uit het boek spreekt. Voor de warme en kleurige illustraties zorgde Flore Deman: als steeds zitten haar illustraties vol ontroerende en ook grappige details, goed om uren samen in te verdwalen.


‘Het Land van Ooit’ supportert op de schoonst mogelijke manier voor wat kleuters kleuters maakt: het bejubelt hun creativiteit en verbeeldingszin en laat zien hoe fijn samen op ontdekking gaan kan zijn. Maar dit boek heeft ook wie zich (al lang) niet meer als kleuter identificeert heel wat te bieden: de suggestie van een parallelle wereld waar harmonie triomfeert en zorgen niet bestaan en de oh zo waardevolle aanmoediging om te blijven dromen en spelen zijn beslist leeftijdsloos.
