Nadat Oliver Jeffers in ‘Samen hier’ de wereld voorstelt aan zijn pasgeboren zoontje Harland, bouwt hij in dit boek met zijn dochter de toekomst. Met allerlei materialen en speciaal uitgezocht gereedschap gaan ze aan de slag. Ze bouwen een huis om in thuis te komen, een toren om naar het heelal te kijken en de wereld die hen omringt te ontdekken, een schuilplaats om alles wat hen dierbaar is te bewaren en een fijne plek om samen uit te blazen. Jeffers toont zich zoals steeds een meester in woord én in beeld.
Het allerschoonste vind ik:
‘We bouwen een klok en nemen de tijd.’
Het poëtische taalgebruik van Oliver Jeffers is natuurlijk nog wat hoog gegrepen voor onze kleuter van vier, maar dat houdt haar niet tegen om van dit boek ten volle te genieten: Jeffers’ rijke en dromerige illustraties nodigen uit om zelf een eigen betekenis te verbinden aan wat je ziet en daarbij hoeft leeftijd geen obstakel te zijn. Mona benoemt wat ze mooi en fijn vindt, duidt de plekken aan waar ze ook graag wil zijn en vat op die manier de hoopvolle en warme sfeer die niet enkel uit de tekst af te leiden is, maar universeel uit het boek straalt.
Ik keek al even uit naar dit nieuwe boek van Jeffers: ik had het Engelse origineel al doorbladerd en reserveerde al een hele tijd geleden de Nederlandse versie bij mijn favoriete boekenvrouw. Ik voel ook dat het een boek is dat we de komende weken vaak gaan lezen. De tekeningen, de tekst, de kleuren… Het boek voelt aan als een warm dekentje: het spreekt niet over korte pijn of even tanden bijten, maar suggereert hoopvol dat plannen maken altijd een goed idee is, je heel wat betekenisvolle dingen zelf in handen kan nemen en dat aan elke einder de zon weer schijnt en warmte geeft.