Vier weken geleden werd Mona zeven! Voor haar verjaardag kreeg ze – geheel toevallig uiteraard – een dagje verlof. We gingen naar de dierentuin, schommelden in het zonnetje en bakten een traktatie voor de klas. De dag nadien vertrok Mona met een grote glimlach, een doos gepersonaliseerde koekjes en een boek voor de klas naar school. Hoewel Mona in het eerste leerjaar zit, kozen we geen boek om zelf te lezen, maar wel een origineel en grappig verhaal om voor te lezen, om samen met de klas te ontdekken.
Over het boek:
Alles begint met een blauwe puzzel in de vorm van een vierkant. De puzzel heeft maar zeven stukjes, maar je kan er, volgens dit boek althans, alles mee maken, echt alles! En dat blijkt… Allereerst wordt de puzzel een kat. En die is erg goed gelukt, maar zegt niks terug. Wat zou de kat willen? Vervolgens wordt de puzzel een huis… en een vis. De kat wil echter niet in het huisje kruipen en is niet geïnteresseerd in de vis. Wat wil de kat dan wel? Misschien iemand om mee te spelen?
Dit boek vertelt niet zomaar een verhaal: het combineert vertellen, fantaseren, improviseren én puzzelen! De loop van het verhaal en de beperkte zorgvuldig gekozen tekst nodigen de lezer expliciet uit om mee te denken, om samen het verhaal te maken. Het boek is bovendien een fijne kennismaking met de tangram, de oeroude Japanse puzzel bestaande uit zeven stukken die samen een vierkant vormen. Achter in het boek vind je je eigen blauwe tangram, ideaal om na het verhaal zelf aan het puzzelen te gaan!