“In Pakistan, in de mooie Swatvallei, woonde een klein moslimmeisje. Haar naam was Malala. Het huis waar ze woonde was heel eenvoudig, net als de school voor meisjes waar haar vader de baas van was. Malala kon niet wachten tot ze groot genoeg was om ook naar school te gaan en al haar talenten te ontdekken.”
Zo begint het verhaal over de kleine Malala. Als het meisje tien is, komen de Taliban aan de macht en verandert alles: heel wat dingen die voordien vanzelfsprekend waren, worden nu verboden en vooral jonge meisjes en vrouwen worden door het regime geviseerd. Malala besluit echter geen vrede te nemen met de situatie en gaat zich actief inzetten voor het recht op onderwijs voor alle kinderen. De prijs die ze betaalt voor haar uitzonderlijke moed is torenhoog: ze loopt voortdurend gevaar en in 2012 overleeft ze nipt een aanslag op haar leven. Dat doet haar besluiten om naar Groot-Brittannië te verhuizen, maar ook daar zet ze haar strijd voor gelijke rechten onverminderd voort… en dat levert haar uiteindelijk op amper 17-jarige leeftijd een Nobelprijs voor de Vrede op.
Het verhaal van Malala Yousafzai is even ontroerend als ongelooflijk en maakte hier flink wat indruk. Niet in het minst omdat Malala vandaag nog steeds maar 24 jaar oud is en dus amper twee generaties ouder is dan Zeger en Mona. Toch kunnen hun levens niet meer verschillen… Ook mijn bewondering voor het meisje dat de wereld deed stilstaan en luisteren groeide door het lezen van dit verhaal alleen maar meer. De uitgave binnen de reeks ‘Van klein tot groots’ is zoals steeds on point: het verhaal wordt helder, maar begrijpbaar verteld en is prachtig vormgegeven: in verschillende tinten van het allermooiste rood en een hele variatie aan prachtige patronen wekt Manal Mirza Pakistan tot leven.
Een prachtig en belangrijk verhaal over vastberadenheid en hoop voor kinderen vanaf een jaar of vijf.