Hij fietst alleen naar de bib, glipt snel de schoolpoort door als ik even niet oplet en zwaait me dan vanuit de verte gedag, voetbalt op het strand uren met nieuw gemaakte vriendjes en kijkt me wat meewarig aan als ik zijn hand vraag bij het oversteken… Bijna acht is hij en voor heel wat dingen nu echt te groot, te oud en te ervaren – of zo ziet hij dat toch. Bijna acht betekent voor mij vooral steeds meer balanceren tussen koesteren en loslaten: tussen blij en trots zijn om de zelfstandige en wijze kerel die hij zo stilaan wordt en de letterlijke ademruimte die er daardoor komt en toch ook stiekem heimwee hebben naar zijn kleine handje in de mijne. Maar als de avond valt en de dag weer voorbij is, laat hij me nog even schaamteloos moederen. Het bedtijdritueel is al een tijdje niet meer zo uitgebreid, maar de ‘drie vraagjes van de dag’ en het voorlezen houden we erin. Omdat we allebei van boeken en lezen houden en samen verdwijnen in een verhaal een fijne aanvulling blijft op de leeskilometers die hij zelf maakt. En nee hoor, ik maak me geen illusies: hij is natuurlijk ook gewoon content met elke minuut dat het effectieve slapen nog kan worden uitgesteld…
Een tijdje geleden lazen we samen ‘Het wonderbaarlijke verhaal van de kleine prins’, niet het originele boek van Antoine de Saint-Exupéry uit 1943, maar wel deze moderne bewerking. Tiny Fisscher maakte bewust geen vertaling, maar vertelt in dit boek haar eigen versie van het verhaal over het bijzondere jongetje dat een tocht langs de planeten onderneemt op zoek naar vriendschap. Fisscher behoudt wat het boek van toen nog altijd zo sterk maakt: de fascinerende reis, de boeiende personages en de universele levenslessen, maar door het verhaal te vertellen in een frisse en eenvoudige taal maakt ze het toegankelijk voor lezers van vandaag. Ook de prachtige en dromerige illustraties van Mark Janssen spelen daarin een belangrijke rol: helemaal terecht wordt daar ruim plaats voor voorzien. ‘De kleine prins’ is geen eenvoudig verhaal, het was dan ook oorspronkelijk geen kinderliteratuur, maar een sprookje bedoeld voor volwassenen. Toch wist de kleine jongen met de gouden haren en het wijze hart ons allebei enorm te boeien en te ontroeren, ik ben er zeker van dat het een boek is dat we nog heel vaak kunnen herlezen en dat we er telkens andere dingen uit zullen meenemen en begrijpen. En misschien is dat wel het allermooiste: dat je op elk moment in je leven opnieuw op zoek kan gaan naar de kleine prins en hij ook altijd weer terugkomt…