Op een dag arriveert een groen diertje met een grote grijze koffer. Het diertje ziet er stoffig, moe, verdrietig en bang uit. En hoewel Vos, Kip en Haas dat zeker opmerken, (lijken ze zich vooral bezig te houden) worden ze vooral in beslag genomen door een heleboel vragen:
“Wat komt hij doen?”
“Waar komt hij vandaan?”
“En wat zit er in die koffer?”
Als het diertje in slaapt valt, besluiten ze dan ook zelf op zoek te gaan naar antwoorden…
‘De koffer’ vertelt een erg eenvoudig en tegelijk warm en betekenisvol verhaal. De personages in dit boek houden ons op subtiele, maar onmiskenbare, manier een spiegel voor. Vos, Kip en Haas tonen erg herkenbare en menselijke bezorgdheden die opduiken wanneer we geconfronteerd worden met mensen in nood (en stemmen tot nadenken). Die herkenbaarheid zorgt voor een eenvoudige identificatie, maar stemt ook tot nadenken. Is wat Vos, Haas en Kip denken en doen wel terecht? Hoe zou het groene diertje zich hierbij voelen?
Chris Naylor-Ballesteros wekt met een handvol kleuren de personages en het verhaal tot leven. Toch is het gebruik daarvan zeker niet zonder betekenis: zo heeft elk personage zijn eigen kleur (en wordt op die manier ook duidelijk gemaakt wie aan het woord is) en toont de laatste bladzijde erg mooi en duidelijk wat het wil zeggen als alle kleur verdwijnt.
Het einde van dit prachtige boek is te mooi om hier zomaar te verklappen, maar geloof me, het is de schoonst mogelijke uitnodiging om (zelfs met heel jonge) kinderen te praten rond migratie, oorlog en mensen op de vlucht.