Daags voordat Zeger deze zomer voor het eerst op scoutskamp vertrok hadden we een dagje met ons twee: zijn papa was aan het werk en Mona amuseerde zich op een boerderijkampje. Zeger vindt zo’n dagen bij voorbaat al fantastisch: hij bezit een groot talent om uit die gestolen momenten exclusieve aandacht echt alles uit te halen. Zijn verlangens of ideeën zijn nochtans niet groots of spectaculair, maar toch geniet hij enorm.
Zo wilde hij per se picknicken in het speelhuisje. En terwijl ik binnen boterhammen smeerde, ging hij alvast het huisje inrichten: een tafellakentje, een klein vaasje met bloemetjes die hij afknipte in de tuin, …. En om ervoor te zorgen dat ik na de lunch niet meteen langs de glijbaan naar beneden zou glijden had hij wat lectuur klaargelegd (hij kent zijn moeder en weet hoe hij haar dichtbij kan houden). Zo had hij als decoratie ‘Het dikke boek van alle bijzondere dieren’ opengelegd daar waar de flamingo staat – mijn lievelingsdier. Dit boek waarin allerlei bijzondere dieren van groot naar klein aan bod komen, had Zegers meter hem uitgeleend en werd deze zomer enorm gretig gelezen. Het boek is om verschillende redenen erg fascinerend: de blinkende gouden kaft speelt zeker een rol, maar ook de eigenzinnige selectie van dieren is leuk: vanzelfsprekend komen klassiekers als de zebra en de neushoorn voorbij, maar ook de zadelrob, schijfkwal en wormsalamander krijgen ruimte in het boek. Fijn ook dat er van elk dier naast een illustratie ook een foto werd opgenomen. Tot slot zijn de infoteksten in het boek origineel en interessant en ideaal qua lengte voor nieuwe lezers.
Het werd een heerlijke lunch en maakte dat ik nog meer spijt had dat we die warme zoon van ons een kleine week aan de scoutsleiding gingen toevertrouwen… maar toen hij een week later terugkwam met het obligate geurtje, maar ook met blinkende ogen van contentement was dat gevoel van spijt heel snel heel ver weg.

