Vorig schooljaar kwam Zeger thuis van school met de geweldigste verhalen. Juf Kathleen wist de kinderen overduidelijk te prikkelen en organiseerde de fijnste klasgesprekken: over magie, kunst, de opwarming van de aarde, … Dat nadenken, fantaseren en filosoferen leverde duidelijk heel wat heerlijke klasmomentjes op die we Zeger vaak ’s avonds nog eens opnieuw zagen beleven. En daar heb ik enorm veel bewondering voor: als je erin slaagt om je leerlingen ’s avonds aan tafel enthousiast te laten vertellen over wat ze op school geleerd, gezien of besproken hebben, dan kan je als leerkracht gelukkig sterven, denk ik. Nu, geen paniek, ik maak me geen illusies: ik besef dat de kans dat mijn leerlingen thuis begeesterd vertellen over het Congres van Wenen, de Conferentie van Berlijn of het von Schlieffenplan eerder klein is. Ik zal mijn raison d’être elders moeten halen.
Terug naar het boek: met de tien vraagjes uit ‘Mag je haaien aaien?’ kan je thuis ook zo’n heerlijke momentjes organiseren. Links vind je telkens een vraag zoals “Waarom hebben kippen een kam op hun kop?” en “Kan een octopus in de knoop raken?”. Je kan je kinderen dan eerst zelf laten fantaseren en als je de bladzijde openslaat vind je het antwoord: dat bestaat uit enerzijds een grappige verklaring die zo door een kleuter zou kunnen verzonnen zijn en anderzijds het juiste wetenschappelijke antwoord.
Dit eerste Wijze weetjesboek kwam in het voorjaar van vorig jaar uit, ondertussen ligt ook nummer twee ‘Kunnen bergen krimpen?’ al in de winkel. Voor wie niet genoeg krijgt van de wijze weetjes is er intussen ook een instagrampagina, een website en een wijzeweetjeswandeling – heerlijke alliteratie!

