

In het Schotland van de 19de eeuw verzeilt een jonge kruimeldief als bij toeval op een veiling. Daar ziet hij hoe een indrukwekkende olifant wordt verkocht aan James Jameson, de eigenaar van een dierentuin in Manchester. Als blijkt dat de olifant weinig voelt voor een treinritje krijgt Danny de opdracht om met de olifant, Maharadja, van Edinburgh naar Manchester te geraken, te voet… Gelukkig wint Danny al snel het vertrouwen van de grote, sterke en slimme Maharadja. Het wordt een avontuurlijke reis en een race tegen de klok, want als de olifant niet binnen de zeven dagen in Manchester geraakt, verliest James zijn dierentuin…
Al na een paar bladzijden was Zeger helemaal in de ban van dit spannende reisverhaal. Hoewel het boek maar liefst 360 pagina’s telt en de voor hem niet alledaagse namen uit de oorspronkelijke Engelse versie bewaard bleven kon dit zijn plezier niet drukken.
Hij houdt van de mooie vriendschap die ontstaat tussen de jongen en de olifant en van de vele spectaculaire avonturen die het tweetal beleeft. Dat hij de tocht van Danny en Maharadja kan volgen op een landkaart vooraan in het boek vindt hij extra fijn.


