
“De winterdip is over, alles ruikt naar frisse moed…”
Bart Peeters zong het al en ook in de Granaatappelstraat doet de lente een frisse wind waaien en lokken de eerste zonnestralen de bewoners van nummer 10 naar buiten. Ze werken in de tuin, zaaien, planten, oogsten en genieten van het samen zijn.
In deze opvolger delen dezelfde personages als in ‘Een huis vol lekkers’ hun succesrecepten. Deze keer wordt er gewerkt op het ritme van de seizoenen en gaat wat er groeit op de balkonnetjes en in de tuin met de aandacht lopen. De twaalf gerechten in het boek zijn opnieuw om ter lekkerst en er is een fijne afwisseling tussen ingrediënten die je al kent en aantrekkelijke nieuwigheden die je uitdagen om andere smaken te proberen.
De recepten zijn ook nu weergegeven in woord en beeld: dat zorgt voor instant watertanden en maakt dat jonge kinderen zonder al te veel hulp zelf aan de slag kunnen gaan. De laagdrempelige weetjes over werken in de tuin, zaaigoed en tuingereedschap vervolledigen het boek.





‘De peren dansen als groene en gele lantaarns aan de takken van de bomen’
Ik geloof dat ik met deze woorden (en akkoord, misschien vooral met het bijhorende pannenkoekenrecept) zelfs de hardnekkige perenweigeraars hier in huis weet te overtuigen. Want als zelfs peren pannenkoeken kunnen worden…


