Elke avond voor het slapengaan kreeg de kleine Jane Goodall het verhaal van Tarzan voorgelezen, die samen met die andere Jane én de apen probeerde te overleven in de jungle. Het verhaal ontroerde en intrigeerde het kleine meisje en deed haar dromen: zo dichtbij de apen leven dat zag zij ook wel zitten! Maar als Jane haar middelbare school heeft afgerond blijkt een universitaire opleiding haar te duur. Ze besluit echter om niet bij de pakken te blijven neerzitten en op eigen houtje naar Kenia af te reizen. Daar ontwikkelt ze haar persoonlijke methode om wilde dieren te bestuderen en die is heel verschillend van de tot dan toe gangbare academische praktijk. Maar dat hoeft geen probleem te zijn, want Janes doorzettingsvermogen, geduld en grote liefde voor de chimpansees blijken haar grote troeven en leiden tot een stroom van nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen en inzichten. Uiteindelijk weet Jane op latere leeftijd alsnog een universitaire onderscheiding te halen en ontpopt ze zich niet alleen tot een gerespecteerde onderzoekster, maar ook tot een gedreven voorvechtster van dierenrechten.
Het levensverhaal van Jane Goodall is opnieuw een erg fijne aanwinst in de serie ‘Van Klein tot Groots’. Haar biografie laat kinderen zien dat je veel kan bereiken als je er echt in gelooft en dat je dromen de juiste richtingaanwijzers zijn. Het feit dat Jane voor een tot de verbeelding sprekend leven koos tussen de chimpasees in de jungle maakt dit kleine groene boekje extra aantrekkelijk. Eenvoudig maar helder verteld en zoals altijd prachtig geïllustreerd is dit opnieuw een boek om te koesteren en steeds weer voor te lezen.
Mona’s klas werkt trouwens deze week rond beroepen: er kwam al een echte politieagente met combi én sirene langs en een deel van de klas is ingericht als dierenziekenhuis waar de kleuter-dierenartsen hun gewonde knuffels mogen verzorgen.
Je begrijpt: beter wordt het niet.
Toen ik Mona na het lezen van dit boekje vroeg wat het beroep van Jane is, zei ze: “dierenvriend.”
Ik reken het goed!