Op 25 oktober 1881 wordt in Malaga Pablo Picasso geboren. Zijn toekomst lijkt in de sterren geschreven: hij is zoon van een tekenleraar en zijn eerste woordje blijkt niet ‘mama’ of ‘papa’, maar wel ‘lapiz’, Spaans voor potlood. Al op negenjarige leeftijd maakt Pablo zijn eerste schilderij en al snel kan hij beter schilderen dan zijn getalenteerde vader. Hij haalt zijn hart op in musea en de kunstacademie lonkt… Daar maakt de jonge Picasso kennis met grote meesters en leert hij verschillende technieken kennen, maar daar blijft het niet bij. Pablo Picasso ontwikkelt een heel eigen stijl en blijft, zeker ook door de invloed van collega-kunstenaars als Carles Casagemas en Georges Braques, steeds weer vernieuwen… Het resultaat is een enorme hoeveelheid aan werken in verschillende stijlen, materialen en technieken die intussen over de hele wereld gekend en geroemd zijn.
Deze ‘Pablo Picasso’ verscheen voor ons op het ideale moment: met een reisje richting Andalusische zon op het programma was dit boek de ideale aanvulling op onze – al behoorlijk uitgebreide – ‘Little People Big Dreams’. Maria Isabel Sanchez Vegara vertelt zoals steeds een helder en voor jonge kinderen prima te begrijpen verhaal. In ons geval was dit de ideale inleiding op een bezoek aan het Picasso Museum in de geboortestad van de kunstenaar, maar vanzelfsprekend is de tot de verbeelding sprekende biografie van deze indrukwekkend Spaanse artiest altijd het lezen waard. De illustraties zijn deze keer van de hand van Teresa Bellon: op kleurrijke manier en met oog voor detail wekt zij de wereld van Picasso tot leven. Extra fijn vind ik dat haar tekeningen een duidelijke knipoog zijn naar het werk van de meester.