Op het einde van een lange zomer brengen Dick, Julian en Anne nog twee weken door bij hun favoriete nichtje George en haar hond Timmy. Doordat oom Quentin en tante Fanny genieten van een vakantie in Spanje hebben ‘de Vijf’ het huis aan Kirrin Baai voor hen alleen. De neefjes en nichtjes vullen hun tijd samen met zwemmen en picknicken en zien de dagen voorbijvliegen. Maar als op een ochtend George én Timmy verdwenen blijken, slaat de sfeer al gauw om. Niet veel later vinden Dick, Julian en Anne niet alleen sporen van inbraak, maar ook een onheilspellend briefje…
In dit negende deel van de van oorsprong Britse reeks beleven De Vijf opnieuw een erg spannend avontuur. De vier kinderen en hun hond nemen het op tegen een stel gemene boeven, krijgen hierin – naar hedendaagse normen – erg veel vrijheid en verantwoordelijkheid en komen daardoor in hachelijke situaties terecht. Toch kan dat duidelijke verschil met de leefwereld van kinderen vandaag de pret niet drukken: het avontuurlijke karakter van het verhaal en het fijne clubgevoel dat uit de reeks spreekt maakt de belevenissen van ‘De Vijf’ ook nu nog heel aantrekkelijk leesvoer.
Voor Zeger werkt het lezen van een reeks als deze enorm motiverend. Er zijn de gekende personages en vertrouwde verhaallijnen die maken dat beginnen in een volgend deel aanvoelt als een leesgok zonder risico, een soort garantie op al eerder beleefde leespret.