Vandaag iets over een nieuwe stripreeks en een verse stripheld: een klein wit en pluizig konijn dat qua naam in amper één verhaal evolueert van Fluffi, over Kenny Keutelaar tot… Wonderkonijn! Lijkt die laatste naam je wat al te ambitieus of hooggegrepen voor een op het eerste zicht vrij doorsnee – weliswaar ontsnapt – huisdier? Hoog tijd dan om je te laten verrassen door zijn avonturen!

Fluffi is het zat! Zijn krappe hok, zijn weinig gevarieerde dieet, zijn baasje dat hem te pas en te onpas wakker maakt om dan heel even met hem te spelen en hem vervolgens weer te negeren: Fluffi droomt van verandering en wel nu! Even doen alsof hij dood is, blijkt de sleutel en zet de deur van zijn hok open naar een wilder en avontuurlijker leven. Met de hulp van een licht betweterige buidelrat en een valk die beweert niet in de liefde te geloven, maar wel spectaculaire vliegreizen verzorgt vindt het konijn een bestemming voor zijn nieuwe leven: hij gaat op zoek naar de zeven wereldwonderen, beginnen doet hij in Italië, het land van pizza, pasta, gondels, ijsjes, Vespa’s en … het Colosseum!
De avonturen van Wonderkonijn lezen als een trein! Het door Kim Crabeels gecreëerde hoofdpersonage is niet alleen schattig en aaibaar, maar ook hopeloos naïef en hulpeloos en daardoor maar al te vaak hilarisch. Bovendien combineert deze strip een avontuurlijk verhaal met een schat aan weetjes: in een iets ander lettertype en tegen een duidelijk van de rest verschillende achtergrond verschijnt doorheen het verhaal allerlei interessants over biologie, aardrijkskunde en geschiedenis. Op de laatste bladzijde kan je de door jou opgedane kennis testen aan de hand van een korte quiz. Het label ‘slimme strip’ op de mooie korrelige wat vintage aandoende kaft is dan ook helemaal terecht. De illustraties in deze reeks zijn van de hand van Emma Thyssen en die zijn niet alleen een voltreffer bij wie van mooie en zachte tekeningen houdt, maar zitten ook boordevol grapjes.


Hoewel ze vaak op grote populariteit kunnen rekenen bij jonge lezers worden strips nog al te vaak afgedaan als makkelijk entertainment of weinig kwalitatief leesmateriaal. En dat is natuurlijk veel te kort door de bocht. Net als bij prentenboeken, voorleesverhalen of romans zijn er vanzelfsprekend verschillen en heeft iedere lezer zijn voorkeur, maar alle strips over dezelfde minderwaardige kam scheren doet het genre beslist oneer aan. We zien de jongste jaren net vaker goeie verhalen die op ingenieuze of originele manier worden verstript en er duiken steeds meer frisse en fijne nieuwe striphelden op. Daarenboven staan strips door de combinatie van tekst en beeld garant voor een ontspannend leesavontuur en kunnen ze daardoor rekenen op de goedkeuring van een grote groep lezers: voor veellezers zijn deze beeldverhalen een fijne vorm van variatie en voor wie nog minder vlot of niet zo graag leest werken deze visueel sterke verhalen motiverend en stimulerend.

