Als Jub op een dag een bijzonder pakje in handen krijgt, gaat hij al gauw aan het dromen. Zijn teleurstelling is dan ook groot als het pakje niet voor hem blijkt te zijn… Toch besluit hij het doosje te openen… even piepen kan toch geen kwaad? Maar dan glipt het kleine flesje met daarin ‘één traan’ uit zijn vingers en valt het in duizend scherven en even veel druppels op de grond. Wat nu? Jub gaat – zonder echt te weten wat hij vinden wil – op zoek naar een nieuwe traan…
Zijn zoektocht begint bij de postbode die hem mysterieus rijmend naar een visverkoper stuurt. Die mag dan wel in ‘Tranendal’ leven, maar huilt naar eigen zeggen nooit. Ook de lieve, maar drukbezette vazenverkoopster heeft geen tijd voor echte tranen en de wereldreiziger die hij tegenkomt mag zich dan wel kwijt en verloren voelen, ook hij wil niet dat Jub zijn tranen vangt…
‘Jub en zijn traan’ is een poëtisch prentenboek over tranen en verdriet. Met een beperkt aantal kleuren creëert Astrid Vandendael een zacht en dromerig landschap. Haar illustraties met veel betekenisvolle details vertellen hun eigen deel van het verhaal en maken dat je bij een volgende keer lezen telkens iets nieuws ontdekt. De tekst van de hand van Arne De Loore is poëtisch en mooier dan mooi, ideaal te begrijpen voor kinderen vanaf een jaar of 8. Voor Mona (net 6) zijn de zinnen soms nog te complex, maar dat hoeft geen probleem te zijn: we vertellen haar een eigen versie aan de hand van de prachtige tekeningen…
Tot slot vind ik ‘Jub en zijn traan’ ook visueel een feestje: er is het aparte formaat en het beperkt aantal kleuren: zwart, wit en grijs, maar ook lichtblauw, perzikroze en zachtgeel. En de tekst staat er niet zomaar, maar volgt de lijnen in het blad, de golven van het verhaal.