Toen ik op vrijdag 1 juli onze zoon van acht langs zijn neus weg hoorde zeggen dat hij wel zin had “om dit jaar de Tour de France een beetje te volgen” wist ik meteen hoe laat het was. Want ‘een beetje’ dat kent hij niet: als Zeger zich in iets vastbijt, gaat hij graag all the way, verdiept hij zich helemaal en wil hij alles weten wat er te weten valt. En dus kwam er een speciaal schriftje minutieus gevuld met ritwinnaars en puntenklassementen, blikte hij ’s ochtends vooruit op de rit van de dag alsof het ons eigen vakantieprogramma betrof en werd de begintune van Vive Le Vélo zijn persoonlijke zomerhit.
Wie mij beter kent, weet dat ik een groot hart voor fietsen heb en ziet wellicht niet meteen het probleem, maar trop is te veel en te veel is trop. Dus in een ijdele poging enig tegenwicht te bieden voor al dat sportief geweld laste ik in die warme wielerweken ook regelmatige leespauzes in: even weg van wit, groen en geel om samen te verdwalen in een fijn boek. En dat werd deze verhalenbundel, niet lukraak, maar heel bewust gekozen, want behalve sportgek is Zeger gelukkig ook geschiedenis- en verhalenfan.


In ‘Van Manneke Pis tot de betoverde haas’ beschrijft Tanguy Ottomer de geschiedenis van België in twintig verhalen: tourend door de verschillende provincies vertelt hij over Lange Wapper, Tijl Uilenspiegel en het ros Beiaard, maar ook over een fee die de naam Liene draagt, een witte merrie en een gouden geit. De verhalen in dit boek zijn zeker niet nieuw, maar voelen toch allesbehalve gedateerd aan: de stadsgids schrijft bevlogen, met zin voor avontuur en ook humor en schuwt de spectaculaire en soms magische details niet. Elke legende kreeg zijn eigen illustrator en dat maakt deze bundel visueel erg de moeite en zorgt er tegelijk voor dat elk verhaal een afgerond geheel vormt. ‘Van Manneke Pis tot de betoverde haas’, is zo ideale bedtijdlectuur – één verhaaltje voor het slapengaan – voor iedereen vanaf een jaar of 8, tot nog heel lang daarna!

